Werken aan ambities: hoe kunnen we zuiniger varen?

We zijn al flink wat jaren bezig om onze CO2-uitstoot terug te dringen. Binnen 10 jaar produceren we onze bouwgrondstoffen voor 100% emissievrij. Ook het vervoer ervan zijn we aan het verduurzamen. Het begint met energie-efficiënter varen. Daarin hebben we afgelopen jaar weer een stap gezet.

99% van onze grondstoftransporten vindt plaats per binnenvaart. Transport per schip heeft een lagere milieubelasting dan per trein of per vrachtauto. Het aantal vervoerskilometers is bepalend voor de CO2-footprint van grondstoffen. Daarom sturen we actief op het verminderen van leegvaart. 

Op termijn, willen we de bouwgrondstoffen emissievrij kunnen transporteren, elektrisch op waterstof of batterij. Dat vraagt nog veel onderzoek.

Voor nu investeren we al in zuinigere en schonere CCR-2 motoren, schonere brandstof en nemen we tal van energiezuinige maatregelen, waaronder energiezuiniger varen. Daarmee willen in 2027 per ton verscheept product en per kilometer de CO2-uitstoot met 15% verminderd hebben.

Het afgelopen jaar hebben we een start gemaakt met het energiezuiniger varen. Pieter Mantel heeft samen met walkapitein Cees Anker en de

technici Edwin de Lang en Manfred Rambach onder andere metingen op onze duwboot Rotterdam 30 uitgevoerd, want ‘weten is meten’. “Aan boord

hebben we op de route van Deest naar Rotterdam gekeken hoe het brandstofverbruik verloopt. Waar piekt die en waarom?” “Nu weten we niet alleen het totale verbruik voor dit traject, maar ook het verbruik op elk stukje van de route.” vertelt Pieter.

Schipper Albert van den Berg kent het schip en de 98 kilometer lange route van Deest naar Rotterdam op zijn duimpje. Hij wéét dat het verbruik omhoogschiet als je snelheid probeert te vermeerderen naar een vaarsnelheid van zo’n kilometer of 15 per uur.

“Tot 10 kilometer per uur gaat dat makkelijk. Toch is het verhelderend om te zien, dat er vooral voor de laatste paar kilometer per uur extra de meeste gasolie wordt verbruikt. Op langere afstanden kan een iets rustigere vaarsnelheid dus best wat verschil maken.”

Albert werd door de proef bewuster van het energieverbruik tijdens het varen. “Rustig varen op langere trajecten als de vaartijden het toelaten. En

de snelheid rustig opvoeren als het kan.” Daarmee is nog niet gezegd dat de uitslagen van de test op alle schepen van Dekker van toepassing

zijn. Albert: “Het zal voor een beunschip dat door het water snijdt weer totaal anders zijn dan voor de Rotterdam 30, met een bak met een stompe kop ervoor.” Klaar zijn we dan ook niet. Maar grootse veranderingen beginnen met kleine dingen.